Ook van de schilderkunst in de oudheid heeft het Allard Pierson Museum veel. Nou verwacht u misschien dat u allemaal schilderijen te zien zult krijgen, maar dat is niet waar. Schilderijen zijn helaas niet bewaard gebleven. In plaats daarvan zullen we veel vazen gaan bekijken, waarop geschilderd is. De ontwikkeling van de schilderkunst op vazen speelde zich voornamelijk af in de Archaïsche Periode (650 – 490 v. Chr.).

Vaas 1:

De eerste vaas, die we voor u geselecteerd hebben is een kylix. Een kylix is een Griekse drinkschaal van aardewerk. Deze kylix is in 650 v. Chr. gemaakt en in Rhodos gevonden. Het voorwerp is 57 millimeter lang en ongeveer 137 millimeter breed. De kylix staat op een lage voet en heeft twee horizontale oren. Hij is van de zijkant (bij de twee oren dus) zwart beschilderd, heeft aan de linker- en rechterkant een ruit en heeft in het middel een vogel. Het lichaampje van de vogel en de binnenkant van de ruiten zijn ook geruit. Omdat de figuren op deze kylix zwart zijn, is hij gemaakt met zwartfigurige techniek. Doordat het met zwartfigurige techniek lastig is mooie figuren te maken, zijn de figuurtjes dus ook primitief.

Deze vaas/kylix is dus in de collectie opgenomen, omdat het goed de eerste stap van de ontwikkeling van schilderkunst op vazen weergeeft. De voornaamste techniek was zwartfigurige techniek en daardoor waren de figuren vrij primitief afgebeeld.

Vaas 2:

De volgende vaas is een zogenaamde hydria. Dit is een kruik van aardewerk, die werd gebruikt om water te halen. Deze kruik is in circa 525 v. Chr. gemaakt en is 43 cm. hoog en 35 cm breed. De vaas is tevens met zwartfigurige techniek gemaakt.

Op de buik van de hydria is de huwelijksstoet met dionysos, Apollo en veel vrouwen met kransen en fakkels te zien. Op de schouder van de hydria is weer iets totaal anders te zien. Namelijk Herakles en de Nemeïsche leeuw tussen Athena en Iolaos.

Hoewel deze vaas net als de vorige met zwartfigurige techniek is gemaakt, ziet hij er toch een stuk anders uit. Door de wat zwartere kleur en de minder primitieve figuren is de ontwikkeling in ruim 100 jaar goed te zien. Daarom is ook juist deze vaas opgenomen in onze collectie.

Vaas 3:

Het derde voorwerp uit de schilderkunst is een fragment van een vaas. Deze vaas is in de 5^e eeuw v. Chr. gemaakt en in Athene gevonden. Het fragment is 7,8 centimeter hoog. Wat direct al opvalt, is dat de figuren niet zwart-, maar roodfigurig zijn. Dit is een van de belangrijkste ontwikkelingen in de schilderkunst in de Archaïsche Periode. Door deze ontwikkeling konden de figuren veel gedetailleerder gemaakt worden. Zo zie je dat het meisje dat de fluit speelt een haarband draagt en dat haar wangetjes bol van het blazen zijn.

Ook al is dit maar een klein stukje van een vaas, is het toch waardig genoeg om in onze collectie opgenomen te worden. Het geeft immers een van de belangrijkste ontwikkelingen weer.

Vaas 4:

Deze vaas is een pithos (voorraadvat van aardewerk) en is gemaakt tussen 650 en 625 v. Chr. in Etrurië. Zoals je ziet is deze pithos niet gemaakt met zwartfigurige techniek, maar met rood impasto. De vaas is 810 millimeter hoog. Op de voorkant van de vaas staan twee leeuwen tegenover elkaar boven een plant. Op de achterzijde staat twee panters afgebeeld die een gezamenlijk hoofd hebben. De deksel van de pithos lijkt op een (omgekeerde) grote drinkschaal met een diameter van 300 millimeter.

Hoewel deze vaas geen deel heeft uitgemaakt van de onwikkeling van schilderkunst bij de Grieken en Romeinen, is hij toch opgenomen in de collectie. Dit hebben we gedaan om ook te laten zien dat er andere stijlen zijn en dat ook die stijlen erg mooi kunnen zijn.