Mdm-tentoonstellingen.jouwweb.nl

Beeldhouwkunst

In de Archaïsche Periode (650 – 490 v. Chr.) is de beeldhouwkunst nog volop in ontwikkeling. De Grieken hadden immers veel dingen afgekeken bij de Egyptenaren, maar ze waren er nog niet tevreden mee. Daardoor probeerden ze steeds nieuwe dingen uit, die invloed hebben gehad op de kunst die ze maakten. De belangrijkste beelden die de Grieken en Romeinen in de Archaïsche Periode hebben gemaakt en in het Allard Pierson Museum te zien zijn, hebben wij voor u beschreven.

 

Beeld 1:Beeld 1

Het eerste beeld is een kopie van de Kouros uit Tenea. Toch is het beeld net zo mooi als het origineel dat in München Glyptothek staat. Deze kouros is ongeveer rond het jaar 550 v. Chr. gemaakt. Hij is 1,53 meter lang, 0,425 meter breed en 0,505 meter diep. Dit kourosbeeld is gemaakt van gips en is van binnen hol.

Kourosbeelden werden in de Archaïsche periode heel veel gemaakt. Vandaar dat we dit in onze collectie hebben opgenomen. Grieken wilden destijds dat beelden schoonheid bezaten en dachten dat te bereiken door symmetrie. Je ziet ook dat de linkerzijde van het kourosbeeld precies hetzelfde is als de rechterzijde. Wat verder kernmerkend is, zijn de gebalde vuisten, het naakte lijf, het been dat naar voren staat en de expressieloze uitdrukking.

 

Beeld 2:

Het tweede beeld heeft wat weg van een kourosbeeld, maar is al wat verder ontwikkeld. Zo is deze kalfsdrager nog steeds symmetrisch, heeft hij gebalde vuisten, staat het ene (boven)been wat verder naar voren, maar draagt hij nu wel een kalf. Dit beeld is een kopie van de Moschophoros in het Nationaal Museum in Athene. Het origineel is gemaakt in 560 v. Chr. De kalfsdrager is gemaakt van gips en de binnenkant is hol. Op de plek waar de benen zouden moeten zitten, staan nu metalen stangen. Dit beeld is 1,91 meter lang, 0,62 meter breed en 0,605 meter diep. De afmetingen van een groot mens dus.

Dit beeld hebben we in onze collectie opgenomen, omdat het goed weergeeft dat Grieken op zoek waren naar nieuwe dingen. Deze kalfsdrager is immers een kourosbeeld, dat een kalf draagt. Het dragen van de kalf is nieuw en geeft een stukje ontwikkeling weer.

 

Beeld 3:

Het derde beeld is een beeld van het hoofd van een vrouw. Dit beeld is gemaakt tussen 525 en 500 v. Chr. in Zuid-Italië/Tarente. Het vrouwenhoofd is ongeveer 96 mm. lang en is gemaakt van aardewerk. Bij dit beeld is de Archaïsche stijl goed terug te vinden. De bolletjes-krullen langs het voorhoofd zijn typisch Archaïsch. Verder is ook de glimlach kenmerkend voor deze stijl. Het is namelijk een expressieloze, archaïsche glimlach.

Dit beeld is misschien niet een van de meest bijzondere beelden uit de collectie van Allard Pierson Museum, toch geeft het de Archaïsche stijl perfect weer. Bovendien zijn er heel veel (vrouwen)hoofden in het museum te vinden, dus is dit een zeer representatief beeld.

 

Beeld 4:

Het vierde beeld is weer een beeld van een vrouw en dan wel Nikè van Archermos van Delos. Dit is een kopie van het origineel, dat in het Nationaal Museum in Athene staat. Het origineel is in ongeveer 550 v. Chr. gemaakt van gips, met een interne constructie van hout. Het beeld is 0,96 meter hoog, 0,43 meter breed en 0,245 meter diep. Met deze afmeting is dit beeld iets kleiner dan de twee eerste beelden.

In tegenstelling tot de eerste twee beelden waarop naakte mannen stonden, is deze vrouw gekleed. Vrouwen werden immers tot in de vierde eeuw altijd gekleed afgebeeld en dus is ook dat typisch voor de Archaïsche stijl. Verder zijn ook hier weer bolletjes-krullen te zien en is het bovenlijf van deze vrouw symmetrisch.

Dit beeld is voornamelijk opgenomen in de collectie omdat het weergeeft dat vrouwen altijd gekleed werden. Verder is het ook goed om te zien dat niet alle beelden hetzelfde zijn, dus dat ze niet allemaal een been naar voren hebben staan, maar ook af en toe heel anders, zoals hier.